Vorstperiodes - Winter 2023 - 2024
ZONE | PERIODE van - tot en met | Totaal aantal werkdagen |
---|---|---|
Arr. Brugge - Diksmuide - Veurne - Oostende | 08/01-13/01/2024 + 17/01-22/01/2024 | 9 |
Arr. Kortrijk - Moeskroen - Tielt - Roeselare - Ieper | 08/01-13/01/2024 + 16/01-22/01/2024 | 10 |
Arr. Aalst - Dendermonde - Eeklo - Gent - Oudenaarde | 08/01-13/01/2024 + 17/01-22/01/2024 | 9 |
Arr. Antwerpen - Mechelen - Sint-Niklaas | 08/01-13/01/2024 + 17/01-22/01/2024 | 9 |
Arr. Hasselt - Maaseik - Turnhout | 08/01-13/01/2024 + 17/01-22/01/2024 | 9 |
Arr. Leuven (excl. gemeente Landen) + Kantons Jodoigne - Perwez - Wavre | 08/01 - 23/01/2024 | 12 |
Arr. Brussel-Hoofdstad + randgemeenten ; + Kantons Genappe en Nivelles + arr. Halle-Vilvoorde (exclusief gemeente Bever) | 08/01-13/01/2024 + 16/01-22/01/2024 | 10 |
Arr. Borgworm-Hoei - Luik - Tongeren (excl. gemeente Voeren) + Gemeente Landen | 08/01 - 23/01/2024 | 12 |
Arr. Verviers + gemeente Voeren | 28/11-09/12/2023 + 07/01-24/01/2024 | 22 |
Arr. Ath- Bergen - Charleroi - Doornik - Soignies + arr. Thuin (naar zuiden begrensd door gemeenten Erquelinnes, Merbes-le-Chteau en Thuin) + Gemeente Bever | 08/01 - 23/01/2024 | 12 |
Arr. Dinant (excl. kanton Gedinne) + Namen + Philippeville | 08/01 - 24/01/2024 | 13 |
+ zuiden van arr. Thuin naar het noorden begrensd door gemeente Beaumont | ||
Provincie Luxemburg + kanton Gedinne | 02/12-05/12/2023 + 08/01-24/01/2024 | 15 |
De zaterdag wordt NIET meegerekend in het aantal opgegeven werkdagen | Wel de inhaalrustdagen en collectieve verlofdagen |
Deze vorstperiodes worden erkend door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Bouwnijverheid, Koningsstraat, 132, 1000 BRUSSEL - tel. 02/209.65.65. Dit Fonds staat in voor de vorstvergoeding aan de bouwvakarbeiders. Over deze dagen bestaat er weinig betwisting.
Deze tabel kan nuttig zijn om bij nacalculatie de werkdagenkalender te bepalen. Voor de berekening van de uitvoeringstermijnen hebben deze vastgestelde vorstperiodes enkel een indicatieve waarde. Slechte weersomstandigheden kunnen immers van plaats tot plaats zodanig verschillen. Daarom moet op het bouwwerk zelf nagegaan worden of er al dan niet kan gewerkt worden.
De eenvoudigste manier om een werkdagenkalender te bepalen is uiteraard het bijhouden van een werfdagboek. Naast de vorstperiodes moet immers rekening gehouden worden met de verlofregelingen in de bouwsector (zie daarvoor klasseercode 5.003) en mét de weerverletdagen.
Of er al dan niet weerverlet (regen of aanhoudende hitte) wordt ingeschreven, wordt in praktijk bepaald door de werkgever-bouwaannemer (dit hoort in overleg met de toezichthoudende architect, zodat deze zijn werkkalender van de werf kan bijhouden). Bij betwisting is het aan de aannemer om, op basis van objectieve fysische of technische situaties, aan te tonen dat de uitvoering van het werk onmogelijk is. Weersomstandigheden (lage of te hoge temperaturen, neerslag) kunnen oorzaak zijn dat het niet aangewezen is grondstoffen, materialen of bedrijfsmiddelen te gebruiken, beletten dat de werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst, ...
Bij betwisting kan eventueel de regionale meteodienst worden geraadpleegd of het KMI (tel. 02/373.05.20 of 21 – dienst klimatologie, Ringlaan 3, 1180 UKKEL - clim_info@meteo.be).
Er bestaan ook tabellen van :
- de totale duur van de regenperiodes tussen 7 en 17 uur per dag ;
- de snelheid van de maximale windstoten van min. 10m/s per dag gerangschikt.
Deze tabellen kan je als abonnee ook bekomen bij ons redactiesecretariaat : 051/25.21.00 - info@archindex.be
Deze regen- en windperiodes gelden evenwel niet als onomstotelijk aan te nemen weerverletdagen !
Conclusie : wie de uitvoeringstermijn in de aannemingscontracten uitdrukt in kalenderdagen in plaats van in werkdagen, heeft minder last van werkschorsingen.
Bij overheidsopdrachten is er wel een (korte) omschrijving van een werkverletdag :
"de dagen waarop, zoals aanvaard door de aanbestedende overheid, het werken wegens ongunstige weersomstandigheden of de gevolgen ervan gedurende ten minste vier uren onmogelijk was of zou zijn geweest" (K.B. van 14/01/2013.)
De aanduiding "wegens ongunstige weersomstandigheden" is niet enkel toepasselijk op de onderbrekingen veroorzaakt door het slechte weer in enge zin, doch ook op elke arbeidsonderbreking voor zover ze er het rechtstreeks gevolg van is (bijv. onder water staan van de bouwplaatsen, wassen van het water, dooi, onbruikbaarheid van de grond na regen, ... waardoor het werk onmogelijk wordt gemaakt).